
Subversjes
Gehaktdag
“Ik word later iets met dieren”,
Sprak de eersteklasscholiere.
“Nou, dan word jij”, zei een plager,
“Vast een hele goeie slager.”
Tragikomedicus
De chirurg, het is gênant,
Neemt de scalpel fluks ter hand,
Bedot de zieke heel gemeen;
En zet hem op ‘t verkeerde been.
Celweefsel
Hij had die bajes zeer geprezen
Om het roze boevenpak.
De inspecteur gevang’niswezen
Noemde het een goeie bak.
Requiem in A-mol
In mijn tuin heb ik de mol
De eeuw’ge haat gezworen.
Het beestje heeft zijn gang en hol
En alle hoop verloren.
Dierenleed
En dit hier
is de roodgeelgestreepte cyclaamkreeft.
Och,
als het beestje maar een naam heeft.
Volumineus
Maar oma wat heeft u
Een knots van een neus.
Roodkapje was nooit zo
Erg complimenteus.
Maakbare samenleving. (1)
Aan Zijn schepping zat de Heer
Zich een beetje te vergapen.
Alleen de grote bruine beer
Vond Hij wat zwaar geschapen.
Maakbare samenleving. (2)
God schept eerst de bonte kever
Daarna het nietig mugje.
Maar na het scheppen van de bever
Schept Hij eerst een luchtje.
Maakbare samenleving (3)
God schiep de tekkel en de fox
Daarna de herder en de smous.
Tenslotte nog wat underdogs
En toen kwam Martin Gauss.
Deo volente
God, tevreden met Zijn werk,
Had zojuist het licht geschapen.
Maar moest, reeds denkend aan het zwerk,
Daar nog een nachtje over slapen.
Appeltje
Na het zondevaltumult
Kon Adam maar niet slapen:
“’t Is allemaal Zijn eigen schuld,
Want Hij heeft ons geschapen”.
Royaal
King Charles, gaat u mee zeilen
Als ik naar d’Azoren vaar?
Nou, in de wind die vele mijlen,
Daar heeft de vorst wel oren naar.
Vrijzinnig
Gelovigen, dat zie je vaak,
Willen ’n groot gezin.
Hebben naast hun vrome taak
Veel gemeenschapszin.
Hemelbestormers
“Welkom,” zei Petrus verheugd
“hoe meer zielen hoe meer vreugd.”
Hemel!
Alle zegen komt van boven,
Dat is toch niet te geloven.